Albert van den Hoogen werd geboren in Boxmeer in een liefdevol gezin. Zijn jeugd was zorgeloos en gevuld met sport, vrienden en een warme familie. Hij was een vrolijk kind en populair op school. Maar toen hij twaalf jaar oud was, veranderde alles. Hij kreeg te horen dat hij minder goed kon leren dan zijn klasgenoten en moest naar een andere school. De populariteit die hij gewend was, verdween. Hij voelde zich eenzaam, onbegrepen en had weinig zelfvertrouwen. Bang om gepest te worden zoals zijn oudere broer, begon hij zich anders voor te doen dan hij werkelijk was. Langzaam raakte hij zichzelf kwijt.